Terug naar overzicht

Siemens

Techniekstudenten experimenteren met gebouwautomatisering

De technische sector staat te springen om jonge, enthousiaste vakmensen. Op het ROC Da Vinci College in Dordrecht worden studenten aan de hand van projecten voorbereid op de praktijk. Neo Pap en Darwin Vollebregt hebben onlangs de nieuwe Connect Box van Siemens in elkaar gezet. “Uiteindelijk was het makkelijker dan we op voorhand dachten!”

Neo en Darwin volgen de opleiding Engineering & Mechatronica. Vanuit deze brede opleiding kunnen ze zich straks verder ontwikkelen in een richting die het best bij hun past. In de Duurzaamheidsfabriek van hun school, een samenwerking van het ROC met de gemeente Dordrecht en het regionale bedrijfsleven, leren studenten hun theoretische vaardigheden toepassen in de praktijk met behulp van moderne machines en techniek. Deze hybride leeromgeving is in 2013 geopend met als doel het beroepsonderwijs te versterken, technische opleidingen te promoten en innovatie te stimuleren.

Gebouwautomatisering

Projectdocent Martin Koorevaar heeft een voorliefde voor huis- en gebouwautomatisering. Dit was destijds het onderwerp van zijn afstudeerscriptie. Hij heeft in het verleden voor Siemens gewerkt, voor hij de overstap maakte naar het onderwijs. Hij gaf zijn studenten de keuze uit meerdere projecten. Neo en Darwin gingen voor de Connect Box. Ze mochten de opdracht individueel uitvoeren, maar ook als duo. “Met z’n tweeën leek het ons leuker, want dan kun je elkaar ook iets vragen.”

Inzicht via de cloud

Van de Connect Box hadden de studenten nog nooit gehoord. Het is dan ook een nieuw product om gebouweigenaren en -beheerders via de cloud inzicht te geven in hun IoT-en gebouwapparatuur. De studenten kregen de opdracht twee multisensoren en een fijnstofmeter aan te sluiten op de Connect Box en deze vervolgens met de cloud te verbinden om via een dashboard onder meer de temperatuur, het CO2- en fijnstofgehalte en het energieverbruik in de Duurzaamheidsfabriek te kunnen monitoren.

Zelf uitzoeken

De eerste twee weken waren ze druk met componenten bestellen, de licentie regelen en uitzoeken wat de Connect Box is en doet. Ze namen een paar keer contact op met Siemens. “De Connect Box stond ingesteld op Den Haag, maar wij zitten in Dordrecht”, vertelt Neo. “We vroegen ons af of het wel onze Connect Box was. Het bleek om een standaard instelling te gaan die we zelf moesten aanpassen.” Martin: “We hebben de studenten bewust zoveel mogelijk zelf laten uitzoeken. Licenties en materiaal regelen en binnenkomende materialen controleren moeten ze kunnen als ze straks bijvoorbeeld werkvoorbereider worden.” Frank van Balen, accountmanager bij Siemens, vult aan: “Zo leren ze ook om in organisaties allerlei zaken voor elkaar te krijgen. Dat is een vak apart.”

Teamwork

Toen alles geregeld was, begonnen ze met aansluiten. Dat was een taak voor Darwin. “In het begin heb ik wat zaken in- en weer uit elkaar moeten halen. Ik heb Youtube-filmpjes bekeken en toen ik eenmaal doorhad hoe het werkte was het best makkelijk. Een kwestie van logisch nadenken.” Neo verbond de Connect Box met de cloud. “Via dashboards kun je allerlei zaken uitlezen, van de temperatuur in de ruimte tot de luchtvochtigheid. Erg leuk! We hebben in eerste instantie alle componenten gemonteerd op een houten bord. Toen we daar gaten in boorden, zagen we de fijnstofwaarde omhoog schieten. Zo wisten we meteen dat het werkte.”

Gebruiksgemak

De studenten scoorden een 8,5 voor hun project. Behalve Martin en een collega-docent zat ook Frank van Balen in de jury. Hij vindt het bewonderenswaardig dat Neo en Darwin de Connect Box vrijwel zonder hulp van Siemens aan de praat hebben gekregen. “Dit bevestigt het gebruiksgemak van de Connect Box. Wij zetten hem in de markt als een laagdrempelige plug & play-oplossing waar je zonder opleiding mee aan de slag kunt. Er zit een stukje IT in, maar dat is voor jonge mensen heel normaal. Het eindresultaat ziet er goed uit. We kunnen het bord zó meenemen naar een beurs.”

Zelfreflectie

De docenten beoordeelden naast het eindresultaat ook de weg daarnaartoe vanaf de oriëntatiefase. “We hebben gekeken naar de montage, de elektrische kant en de automatisering. Verder hebben we beoordeeld hoe Darwin en Neo elkaar geholpen hebben en wat hun doorzettingsvermogen was om het voor elkaar te krijgen. De automatisering en elektrische kant waren goed. Qua montage hadden ze de fijnstofmeter nog niet aangesloten en waren de kabels niet mooi weggewerkt. Een onderdeel van het project is dat Neo en Darwin reflecteren op het eindresultaat. Als ze straks in het bedrijfsleven werken en morgen een beurs hebben moet alles er gelikt uitzien. De impact van vier losse kabels is dan veel duidelijker.”

Ervaring

“Ik had het in m’n eentje niet voor elkaar gekregen”, blikt Neo terug. Darwin bevestigt: “Voor een aantal zaken, zoals het waterpas zetten van componenten, was het handig om met z’n tweeën te zijn. We vullen elkaar goed aan. Uiteindelijk was het makkelijker dan we dachten. Als je het één keer gedaan hebt gaat het de volgende keer een stuk sneller.”

Over een jaar zijn ze klaar met hun studie. Weten ze al hoe het verder gaat? Darwin: “In ieder geval gaan werken! Waar en in welke functie weet ik nog niet. Ik heb een bijbaantje in een zwembad waar ik ook zwemles geef.” Frank van Balen reageert: “Ook zwembaden hebben een grote technische ruimte met moderne technologie.” En Neo? Die heeft alvast geïnformeerd naar een stageplek bij Siemens. Wellicht zien we hem over een tijdje terug op het hoofdkantoor in Den Haag.